zaterdag 7 april 2007

...en een nieuw begin

en dan ook maar ineens vandaag na enkele uurtjes geknoei en verschillende glaasjes wijn deze mededeling:

keizerin.wordpress.com is vanaf vandaag mijn nieuwe ivoren toren.

met het verlopen van de tijd zullen er nog een aantal aanpassingen worden gedaan, zoals mijn link-list die ik nu eindelijk nog eens op punt zal moeten stellen...

alle liefs,
uw keizerin, in alle tijden

einde

ge weet het nog niet, maar 'kleine keizerin' is verdwenen. binnenkort hangt er een ander naamplaatje aan haar ivoren toren. in spanning meldt zij ondertussen dat zij moeite doet om jullie binnenkort weer te plezieren.

met alle genegenheid,
voor het laatst,
kleine keizerin

zondag 25 maart 2007

die hele schone jongeman

goeiemiddag dierbare lezer,

ik heb een kater. een grote. één die donderdagochtend de kop op stak -
na een exclusieve afterparty in restaurant/bar barcelona aan mijn geliefde scheldekaaien (ik was daar als journaliste, uitgenodigd op het internationale nike women event waar zo'n 60 journalisten van over de hele wereld de nike herstcollectie 2007 kwamen checken. dat ik buscemi en ozark henry heb ontmoet, de hele avond glaasjes champagne in mijn handen kreeg gedrukt en nu logeeradresjes in johannesburg en budapest ter mijner beschikking heb, daar ga ik jullie niet mee belasten, maar het was alleszins aangenaam. te meer omdat ik mij die nacht heerlijk kon uitstrekken op het luxueuze bed in mijn executive room in het hilton hotel.) maar goed, daar begon mijn kater dus.-
en die vrijdagavond werd aangezwengeld op de fameuze bwards waar ik eveneens te veel gratis wijn kreeg aangeboden én die zaterdagavond nog eens uit de kast werd gehaald toen een hele schone jongeman mij een hele avond op pintjes trakteerde in de muze.

die hele schone jongeman ken ik al acht weken. die (echt hele schone) jongeman zit elke ochtend op mijn bus die ik neem richting schelle, richting mijn stage en vanaf de eerste dag keek ik naar hem. en hij naar mij.

kijken is leuk. en zeven weken kijken naar elkaar zonder een woord te wisselen is nog leuker. en elkaar zeven weken intens observeren, zijn donkere ogen (verdrinken, echt waar, verdrinken), de vorm van zijn gezicht, die lange zwarte dreads, zijn handen, mijn lange benen in mijn korte rokje en hoge pumps onder zijn ogen. zo dus.

maar spreken, oh nee. ik vertikte het (laat de venten nu het werk maar eens doen) en hij durfde niet. dus staarden wij zeven weken naar elkaar, bijna elke ochtend, wisselden schaamteloze blikken uit, glimlachten wel eens. tot ik vorige week plots alleen op een bank zat en ik hem uitdaagde met fonkelende ogen en een subtiel lachje op mijn lippen om naast mij te komen zitten. wat hij deed.

en toen hadden we een afspraakje.

dat er opnieuw veel gekeken is, moet ik u niet vertellen. dat weet u wel. maar de intensiteit van het kijken werd bij elk pintje opgevoerd tot het echt alle pannen uitswingde. vonken, vuur, ge gelooft het niet. ik krijg het er weer warm van. als ik ooit heb gedacht dat ik het flirten misschien zou kunnen verleren, dan is gisterenavond het tegendeel bewezen. ik word er zelfs steeds beter in. het is bijna gevaarlijk. ik heb het dan over de gemoedsrust van mijn date, niet over mij. (lachje)

bovendien is die hele schone jongeman erg exotisch, waar ik mee wil zeggen dat hij uit een warm land komt, ver van hier. hij straalt het uit, zijn blikken zijn gewoonweg verschroeiend. soms moest ik mezelf weer bijeen rapen omdat ik alle smeltende delen van mijn lijf even uit het oog verloor. en dat niet alleen. mijn hele schone jongeman bezit een levenswijsheid om u tegen te zeggen. en wat nog meer is: onze hartsprincipes lopen vrij aardig parallel. so we understand each other. ook al vinden we de woorden soms niet in een taal die niet onze moedertaal is, wat we perfect weten op te lossen met euh, een aangename lichaamstaal.

en last but not least, ik verjaar 16 januari, hij 17. (er zitten weliswaar serieus wat jaartjes tussen zijn en mijn geboorte).

ik geloof niet in toevalligheden. maar soms eigenlijk toch wel.

de onthulling

twee weken terug beloofde ik mijn schone vuur na een nachtelijk msn-gesprek dat ik eindelijk nog eens echte positieve dingen over mijn turbulente leventje zou schrijven. in mijn zakboekje verzamelde ik de goeie dingetjes en de zinnen stroomden toe, maar de tijd at mij op en -eerlijk waar- ik had de kans niet om mij comfortabel te zetten en alles lekker uit de doeken te doen.

nu heb ik geen keus (grijns), want de bwards van vrijdag waren zo ontzettend leuk en nu verwacht iedereen (toch een heel klein beetje) dat er hier enkele woorden verschijnen over het leukste evenement van het jaar.

we stonden in de hal te roken (aangezien het tegenwoordig op veel te veel plaatsen verboden is uw smakelijke sigaret op te steken,) en plots raakten we in gesprek met de toffe mannen van appelogen die mij wisten te vertellen dat ik maar liefst de derde genomineerde ben in de categorie 'persoonlijke blogs'. allez lap, dacht deze madam, nogal verbouwereerd, dan licht in shock (een positieve deze keer!), tot het even daarna tot mijn benevelde hersenen doordrong dat kleine keizerin het verdorie echt heeft gedaan!

de avond was méér dan geslaagd. ik zag, ontmoette, praatte met een hoop mede-bloggers, werd gefotografeerd door een bekende persfotograaf (mijn excuses meneer, ik ben uw kaartje kwijt), werd daarna nog schoner op de foto geplaatst samen met deze supermadam die mijn hart heeft gestolen, dronk te veel wijn, lachte want ik was gelukkig na een kort maar wauw-gesprek met mijn kleine fee en fietste daarna richting huis (om zeker niet meteen in mijn bed te belanden) om te stoppen op de brug over het albertkanaal en te kijken naar de wondermooie nacht die mijn lijf vulde en ik, ja ik, ik was gelukkig.

jeroen, i love you!

maandag 19 maart 2007

a taste for human flesh

ik heb ontwikkeld
een smaak voor uw menselijk vlees
ik eet door uw geheime lagen heen
en als volleerde genieter
eet ik uw zeldzame blijken van genegen tasten
ik proef en ik schrans en ik slik en ik hik van

te veel

zijt gij
als nooit tevoren

uit een kuip van brandende emotie
drink ik stiekem uit eigen behoeftes
die gij aanvult met uw zwijgen
te meer mijn eigen chaos likkend
streel ik de gedachte aan uw lijf

ik voel
en ik vreet
en ik steek naar binnen

ik grauw
en ik klauw
en ik stouw mij vol

te veel

zijt gij
amper iets geweest

dinsdag 13 maart 2007

stelling

wis-kunde.
omdat de eindeloze logica van de wetenschap wordt gewist door het eeuwige niet-verzekerbare van het zijn.

maandag 5 maart 2007

nieuw

drup


drup


drup


enkele woorden spatten op de grond.

donderdag 1 maart 2007

.

zoals zij in het park staat te huilen, haar gms tegen haar oor gedrukt, snikkend en haperend de woorden uit haar lijf perst. zoals zij tussen de bomen heen en weer stapt, steeds sneller, proberende de emoties voor te zijn. maar ze halen haar telkens in, bespringen haar, bruut.
zoals zij tegen haar vriendin zegt dat begrijpen haar vreemd is geworden. dat zij niet kan vatten dat dit haar overkomt omdat het alle grenzen te buiten gaat. ze leeft in drama, ja, maar dit overstijgt drama op een manier die onverklaarbaar is.
zoals zij een sigaret tussen haar lippen steekt en haar aansteker niet wil werken omdat de wind haar handen bevriest, haar lijf verkoudt, haar tranen verijst.
zoals zij door het vochtige gras loopt, haar voeten nat worden en haar broek zwaar wordt van de beregende aarde.
zoals zij weer een sigaret neemt en haar lippen gezwollen zijn van ongecontroleerd onbegrip. van pijn, van snijden, van verdriet, teleurstelling, kwaadheid.

zoals zij zich bedrogen weet als nooit tevoren. twee meisjes, een jongen. de een weet niet van de ander. weet de ander van de een? zoals zij ook dat niet weet.
zoals dat ene meisje nu in levensgevaar is, haar vrienden al dood.
zoals dat schrikken tot het ander meisje doordringt, maar de pijn van de jongen niet kan vatten omdat ze allener is dan ze zich ooit had kunnen vooorstellen.

zoals zij bevend een nieuwe cassette in de cassetterecorder steekt omdat ze een amerikaanse schrijfster moet gaan interviewen.
zoals zij een nieuwe zakdoek zoekt om haar wangen nog eens te drogen en denkt aan alle dingen die niet zijn wat ze lijken te zijn.

zoals zij voelt dat ze hem nooit meer zal zien.

woensdag 28 februari 2007

ahum

goed, ik beken. mijn woorden verdwijnen als ik de uwe lees. mijn geest waait leeg als uw storm mij hoog in de lucht zwiert en dan neerkwakt. het spinsel van taal dat ik het mijne noem, verliest zijn glans, moddert en rot en zwart en grijnst naar de wolken vol bliksem die nog naknetteren van het vuur dat was.

ik beken. dat ik nietig ben. vol ongeduld en onrijpe wijsheid. mijn ogen knipperen niet meer als ik leeg in de verte staar, twijfelend tussen wel en niet. want in keuzes maken ben ik nooit goed geweest. liever eet ik van twee walletjes, net als gij. dat kan ik u dus niet kwalijk nemen, aangezien ik hetzelfde zou doen. denk ik. maar zeker ben ik daar niet van. omdat ik van niets zeker kan zijn. ik ben een wankelaar. een zigzaggende alleseter.

ik hou er niet van vragende partij te zijn. het maakt me nog kwetsbaarder dan ik al ben. uitgerekend gij zou dat moeten weten. maar ook dat is zever, want zelf misluk ik altijd in het doorgronden van anderen. waarom zou ik mogen verlangen dat gij mij doorgrondt? het is het onmogelijke vragen en wij weten beiden dat het onmogelijke niet bindend is.

dat vergeten mensen dikwijls. onvermogen en onmogelijkheid zijn inherent aan de lengte van onze dagen. als ons bestaan perfect was, zou er geen sprake zijn van een aarde, een vagevuur, een hel of een hemel. maar juist dat onmogelijke is de zwakheid van ons vlees, de barrière van onze geest. meer proberen dan waartoe ge in staat zijt, is schoon, maar dusdanig niet bindend.

ik wil zo gaarne rust creëren in de getormenteerde wirwar van de onzekerheid in mijn hoofd. niet dat gij er zoveel mee te maken hebt. plaats uzelf niet op een te hoog voetstuk. ge zou pijnlijk kunnen vallen. en ik blijf te lief om u dat aan te doen. helaas. maar ik zou de kalmte graag als een warm kersenpittenkussen aan mijn voeten leggen. zodat ik ’s nachts de weldadige hitte door mijn lijf kan voelen trekken en ’s morgens helder op kan staan. het is voor u een kleine moeite om dat kersenpitkussen te vullen. ge hebt er echter precies geen zin in. daar word ik slapeloos van. en erg humeurig.

zondag 25 februari 2007

weten

wanneer de hemel op de wolken valt
en onaards licht mijn ogen vangt,
uw aandacht kunstmatig wordt
en ik verdwaal in een onbekende stad,

dan zal het weten mij opsluiten
in een witte kamer van vier op vier.
het weten van alleen te wonen
in een lijf dat bij een ander hoort.

wanneer mijn hart vervreemdt van kloppen
en de ochtend avondlijk vreest voor de donkere dag,
ik in de koude een uur op de bus moet wachten
aan een sluis die schepen vreet,

dan zal het weten mij gevangen zetten
in een witte kamer van twee op twee.
het weten van een onbeslapen bed
omdat een eenzaam lijf beter in de zetel past.

wanneer niemand nog weet te troosten
en ik moe word van ontwaken,
ik mijn koffie laat staan op tafel
en de straat op ga zonder jas,

dan weet ik dat weten moordend is.
en de witte kamer zal mij insluiten
tot ik verdwijn
in de geur van verf.

vrijdag 23 februari 2007

.

zwijgen is goud.
maar sommige woorden zijn hun gewicht in diamanten waard.

dinsdag 20 februari 2007

aan de telefoon

- goeienavond meneer, ik had een vraagje voor u.
- mmmdsngkgrrelkazkr
- euh, oei. stoor ik?

(ik voel het bloed naar mijn wangen stijgen. ik hou er niet van op onvriendelijkheid te stuiten. ook al is het ik-heb-nu-geen-zin-om-te-praten-onvriendelijkheid.
het meeste van de tijd zeggen mensen niet wat ze bedoelen. dat gebeurt allemaal een beetje onbewust. als er één iemand is die daar aan zondigt, ben ik het wel. ik vergeet namelijk altijd de helft van wat ik bedoel. dus als ik iets zeg, kan het zijn dat het maar de helft is van wat ik wíl zeggen. zo wordt alles uit de juiste context gerukt. ik kan er niet zo veel aan doen. pas later besef ik dat ik misschien schade heb aangericht. vooral bij mezelf dan. het lijkt of ik constant een bommengordel draag. van tijd tot tijd moet er toch eens eentje ontploffen. niet?)

- mm, neenee. ge stoort niet. zeg het eens. (de man aan de andere kant van de lijn geeuwt alsof er een troep halfdode olifanten van tussen zijn lippen komt getrompetterd.)
- wel ja, het zit zo. ik had gehoord van iemand, ja, iemand die ik ken via een vriendin... goh ja, dat doet er nu niet zo toe, maar ik had dus gehoord dat u...

(zenuwen, daar heb ik last van. via telefoon binnendringen in iemands leven op eender welk moment. misschien wel juist dat moment dat ge voor geen geld ter wereld wilt gestoord worden omdat ge gewoon lekker alleen wilt zijn en van het bestaan van andere mensen godverdomme niets wilt weten omdat uw eigen bestaan al zwaar genoeg is. wat als ge iemand op zo'n moment belt? zelf kan ik me er niet toe brengen op zo'n moment de telefoon op te nemen. het zou uitdraaien op lange stiltes vol ongezegde gebroken woorden zonder betekenis.)

- meisje. het is bijna middernacht. wat ligt er op uw lever?

(de man zucht. ik hoor dat hij zich al dieper in de zetel laat zakken, zijn aandacht gericht op de tekening aan zijn muur die zijn vriendin heeft getekend en waarvan hij nog altijd die vreemde lijnen niet begrijpt. zijn vriendin is sowieso een rare. maar wel een leuke rare. dus hij neemt dat er maar bij. dat zijn vriendin het zo jammer vindt dat hij haar niet begrijpt, beseft hij niet. hij heeft er zelfs nog nooit over nagedacht. het loopt toch allemaal vlotjes? )

(ik zucht ook. mannen en vrouwen zullen altijd twee verschillende wezens zijn. hoe ge het ook draait of keert. slikken, denk ik. slikken.)

- meneer, zeg ik, volgens mijn vriendin zou ik bij u mijn dagen kunnen inruilen voor andere dagen. mijn dagen maken het me nogal moeilijk. ze maken me zo moe. de dagen kruipen in mij, in plaats van andersom. ze houden niet van mij, en ik niet van hen. ik wil van hen af. ik wil ze ruilen. voor dagen van vorig jaar. of het jaar daarvoor. of nee, ik wil ze ruilen voor mooie dagen uit toekomst. ik wil...

- meisje, meisje! kalmeer een beetje. ge zijt helemaal over uw toeren. begin gewoon bij het begin. wat is er mis?

(de man gaat terug rechter zitten. ik hoor het kraken van de zetel en de tv die zachter wordt gezet. ik ben tot hem doorgedrongen. dit is business. hij drukt geconcentreerd de telefoon tegen zijn oor - zijn ademhaling klinkt intiem dichtbij - en wacht op mijn verhaal.)

dus ik begin. hortend en stotend. ik doe het zo fout, meneer, stamel ik naar de andere kant van de lijn. ik verwar al mijn hele leven shocktoestand met bloedend gevoel. ik voel, ik voel, ik voel zo veel. maar ik denk ook gemakkelijk meer te voelen dan ik voel. als de zeepbel van gevoel wordt doorprikt, raak ik in shock. ik bruis van paniek. wat ik mij heb voorgesteld, is opgeblazen en ik laat de pijn die inherent is aan zogezegd breken in volle hevigheid toe. terwijl de pijn slechts voortkomt uit de schok die mijn emotionele huishouding op haar grondvesten doet daveren. fout dus. fout, oh zo fout.

meneer, meneer. laat mij mijn dagen ruilen voor dagen waarin ik wijzer ben.

toch

ge zijt bang eh.

vertel me waar ge bang voor zijt.
spreek het uit. het maakt niet uit.
ik zal u verwarmen in een poel van begrijpen.

vertel mij dat ge vreest om te vervagen
in de ruimte tussen de kilometers.
vertel mij hoe ge uzelf zijt verloren
in de klank van een stem die ge niet meer kunt horen.
een klank die nog slechts een beeld is,
verdwijnend in de dagen die volgen
en volgen

en volgen.

geamputeerd door de weken waarin ge
alleen leeft,
alleen wakker wordt,
met een kussen tegen uw buik gedrukt,
om de holte te vullen.
de gapende leegte die bestaat uit de felle behoefte aan
aan-raking.

vertel mij waar ge bang voor zijt.
spreek het uit. het maakt niet uit.
ik zal dicht bij u kruipen
en mijn warme lijf tegen uw koude drukken.

zoek de woorden en vertel mij
hoe ge luchtstarend de seconden telt
omdat de som van de uren u doet stikken tussen de muren.

vertel mij hoe ge enkel
krijsende gitaarakkoorden kunt verdragen,
en zware drums.
te luid. te luid.

het vult
het omhulsel
van het
ontbrekende.