woensdag 28 februari 2007

ahum

goed, ik beken. mijn woorden verdwijnen als ik de uwe lees. mijn geest waait leeg als uw storm mij hoog in de lucht zwiert en dan neerkwakt. het spinsel van taal dat ik het mijne noem, verliest zijn glans, moddert en rot en zwart en grijnst naar de wolken vol bliksem die nog naknetteren van het vuur dat was.

ik beken. dat ik nietig ben. vol ongeduld en onrijpe wijsheid. mijn ogen knipperen niet meer als ik leeg in de verte staar, twijfelend tussen wel en niet. want in keuzes maken ben ik nooit goed geweest. liever eet ik van twee walletjes, net als gij. dat kan ik u dus niet kwalijk nemen, aangezien ik hetzelfde zou doen. denk ik. maar zeker ben ik daar niet van. omdat ik van niets zeker kan zijn. ik ben een wankelaar. een zigzaggende alleseter.

ik hou er niet van vragende partij te zijn. het maakt me nog kwetsbaarder dan ik al ben. uitgerekend gij zou dat moeten weten. maar ook dat is zever, want zelf misluk ik altijd in het doorgronden van anderen. waarom zou ik mogen verlangen dat gij mij doorgrondt? het is het onmogelijke vragen en wij weten beiden dat het onmogelijke niet bindend is.

dat vergeten mensen dikwijls. onvermogen en onmogelijkheid zijn inherent aan de lengte van onze dagen. als ons bestaan perfect was, zou er geen sprake zijn van een aarde, een vagevuur, een hel of een hemel. maar juist dat onmogelijke is de zwakheid van ons vlees, de barrière van onze geest. meer proberen dan waartoe ge in staat zijt, is schoon, maar dusdanig niet bindend.

ik wil zo gaarne rust creëren in de getormenteerde wirwar van de onzekerheid in mijn hoofd. niet dat gij er zoveel mee te maken hebt. plaats uzelf niet op een te hoog voetstuk. ge zou pijnlijk kunnen vallen. en ik blijf te lief om u dat aan te doen. helaas. maar ik zou de kalmte graag als een warm kersenpittenkussen aan mijn voeten leggen. zodat ik ’s nachts de weldadige hitte door mijn lijf kan voelen trekken en ’s morgens helder op kan staan. het is voor u een kleine moeite om dat kersenpitkussen te vullen. ge hebt er echter precies geen zin in. daar word ik slapeloos van. en erg humeurig.

zondag 25 februari 2007

weten

wanneer de hemel op de wolken valt
en onaards licht mijn ogen vangt,
uw aandacht kunstmatig wordt
en ik verdwaal in een onbekende stad,

dan zal het weten mij opsluiten
in een witte kamer van vier op vier.
het weten van alleen te wonen
in een lijf dat bij een ander hoort.

wanneer mijn hart vervreemdt van kloppen
en de ochtend avondlijk vreest voor de donkere dag,
ik in de koude een uur op de bus moet wachten
aan een sluis die schepen vreet,

dan zal het weten mij gevangen zetten
in een witte kamer van twee op twee.
het weten van een onbeslapen bed
omdat een eenzaam lijf beter in de zetel past.

wanneer niemand nog weet te troosten
en ik moe word van ontwaken,
ik mijn koffie laat staan op tafel
en de straat op ga zonder jas,

dan weet ik dat weten moordend is.
en de witte kamer zal mij insluiten
tot ik verdwijn
in de geur van verf.

vrijdag 23 februari 2007

.

zwijgen is goud.
maar sommige woorden zijn hun gewicht in diamanten waard.

dinsdag 20 februari 2007

aan de telefoon

- goeienavond meneer, ik had een vraagje voor u.
- mmmdsngkgrrelkazkr
- euh, oei. stoor ik?

(ik voel het bloed naar mijn wangen stijgen. ik hou er niet van op onvriendelijkheid te stuiten. ook al is het ik-heb-nu-geen-zin-om-te-praten-onvriendelijkheid.
het meeste van de tijd zeggen mensen niet wat ze bedoelen. dat gebeurt allemaal een beetje onbewust. als er één iemand is die daar aan zondigt, ben ik het wel. ik vergeet namelijk altijd de helft van wat ik bedoel. dus als ik iets zeg, kan het zijn dat het maar de helft is van wat ik wíl zeggen. zo wordt alles uit de juiste context gerukt. ik kan er niet zo veel aan doen. pas later besef ik dat ik misschien schade heb aangericht. vooral bij mezelf dan. het lijkt of ik constant een bommengordel draag. van tijd tot tijd moet er toch eens eentje ontploffen. niet?)

- mm, neenee. ge stoort niet. zeg het eens. (de man aan de andere kant van de lijn geeuwt alsof er een troep halfdode olifanten van tussen zijn lippen komt getrompetterd.)
- wel ja, het zit zo. ik had gehoord van iemand, ja, iemand die ik ken via een vriendin... goh ja, dat doet er nu niet zo toe, maar ik had dus gehoord dat u...

(zenuwen, daar heb ik last van. via telefoon binnendringen in iemands leven op eender welk moment. misschien wel juist dat moment dat ge voor geen geld ter wereld wilt gestoord worden omdat ge gewoon lekker alleen wilt zijn en van het bestaan van andere mensen godverdomme niets wilt weten omdat uw eigen bestaan al zwaar genoeg is. wat als ge iemand op zo'n moment belt? zelf kan ik me er niet toe brengen op zo'n moment de telefoon op te nemen. het zou uitdraaien op lange stiltes vol ongezegde gebroken woorden zonder betekenis.)

- meisje. het is bijna middernacht. wat ligt er op uw lever?

(de man zucht. ik hoor dat hij zich al dieper in de zetel laat zakken, zijn aandacht gericht op de tekening aan zijn muur die zijn vriendin heeft getekend en waarvan hij nog altijd die vreemde lijnen niet begrijpt. zijn vriendin is sowieso een rare. maar wel een leuke rare. dus hij neemt dat er maar bij. dat zijn vriendin het zo jammer vindt dat hij haar niet begrijpt, beseft hij niet. hij heeft er zelfs nog nooit over nagedacht. het loopt toch allemaal vlotjes? )

(ik zucht ook. mannen en vrouwen zullen altijd twee verschillende wezens zijn. hoe ge het ook draait of keert. slikken, denk ik. slikken.)

- meneer, zeg ik, volgens mijn vriendin zou ik bij u mijn dagen kunnen inruilen voor andere dagen. mijn dagen maken het me nogal moeilijk. ze maken me zo moe. de dagen kruipen in mij, in plaats van andersom. ze houden niet van mij, en ik niet van hen. ik wil van hen af. ik wil ze ruilen. voor dagen van vorig jaar. of het jaar daarvoor. of nee, ik wil ze ruilen voor mooie dagen uit toekomst. ik wil...

- meisje, meisje! kalmeer een beetje. ge zijt helemaal over uw toeren. begin gewoon bij het begin. wat is er mis?

(de man gaat terug rechter zitten. ik hoor het kraken van de zetel en de tv die zachter wordt gezet. ik ben tot hem doorgedrongen. dit is business. hij drukt geconcentreerd de telefoon tegen zijn oor - zijn ademhaling klinkt intiem dichtbij - en wacht op mijn verhaal.)

dus ik begin. hortend en stotend. ik doe het zo fout, meneer, stamel ik naar de andere kant van de lijn. ik verwar al mijn hele leven shocktoestand met bloedend gevoel. ik voel, ik voel, ik voel zo veel. maar ik denk ook gemakkelijk meer te voelen dan ik voel. als de zeepbel van gevoel wordt doorprikt, raak ik in shock. ik bruis van paniek. wat ik mij heb voorgesteld, is opgeblazen en ik laat de pijn die inherent is aan zogezegd breken in volle hevigheid toe. terwijl de pijn slechts voortkomt uit de schok die mijn emotionele huishouding op haar grondvesten doet daveren. fout dus. fout, oh zo fout.

meneer, meneer. laat mij mijn dagen ruilen voor dagen waarin ik wijzer ben.

toch

ge zijt bang eh.

vertel me waar ge bang voor zijt.
spreek het uit. het maakt niet uit.
ik zal u verwarmen in een poel van begrijpen.

vertel mij dat ge vreest om te vervagen
in de ruimte tussen de kilometers.
vertel mij hoe ge uzelf zijt verloren
in de klank van een stem die ge niet meer kunt horen.
een klank die nog slechts een beeld is,
verdwijnend in de dagen die volgen
en volgen

en volgen.

geamputeerd door de weken waarin ge
alleen leeft,
alleen wakker wordt,
met een kussen tegen uw buik gedrukt,
om de holte te vullen.
de gapende leegte die bestaat uit de felle behoefte aan
aan-raking.

vertel mij waar ge bang voor zijt.
spreek het uit. het maakt niet uit.
ik zal dicht bij u kruipen
en mijn warme lijf tegen uw koude drukken.

zoek de woorden en vertel mij
hoe ge luchtstarend de seconden telt
omdat de som van de uren u doet stikken tussen de muren.

vertel mij hoe ge enkel
krijsende gitaarakkoorden kunt verdragen,
en zware drums.
te luid. te luid.

het vult
het omhulsel
van het
ontbrekende.

zondag 18 februari 2007

...

of hoe een warm en liefdevol gebaar mij doet overstromen. (en mij dankbaar maakt.)

als een avond goed is

sommige avonden zijn heerlijk, zijn om te blijven herhalen in uw hoofd als ge op eenzame nachten in een koud bed ligt. gisterenavond mag ook in dat rijtje gaan staan. na een week akelig gewroet en onhandig emotioneel gewriemel, heb ik gisteren opnieuw gemeend gegiecheld/lief en zoet gelachen/gedaverd van lachstuipen, met sprankelende ogen leuke/lieve/diepgaande/grappige gesprekken gevoerd met leuke/lieve/diepgaande/grappige mensen. mmm.

mijn podiummaatje en ik zijn naar 'nieuwe ogen' gaan kijken, waarin anja daems (ik vind geen goeie link, maar ge kent haar wel eh) en riet muylaert u een uur lang euh, vertederen. ik vond het schitterend, en ik was zeker niet de enige. de tekst van bob selderslaghs is ongelooflijk schoon en de liedjes van riet doen mij soms een beetje huilen.

voor mijn podiummaatje en mezelve was het best een beetje raar om het stuk te zien, we spelen het namelijk zelf ook binnenkort. zonder de muziek en de schone stem van riet dan weliswaar, maar moest ge zin hebben om ons aan het werk te zien, noteer 25 mei dan alvast in uw agenda... (het gaat er sneller zijn dan ge denkt!)

soms kan ik niet genoeg krijgen van sommige dingen en mensen en muziek en woorden. ik zou bijna kunnen zeggen dat mijn lijf/geest zich voedt met de schoonheid ervan, en de echtheid. in dat opzicht zijn de liedjes en muziek van riet/jackobond erg veel calorieën waard. en wat nog beter is, jackobond heeft een mini-cd uit. (dat mijn twee lievelingsnummers er opstaan, is echt heel mooi meegenomen.) dus euh, haal die zes euro uit uw portemonnee en maakt dat ge dat cd'ke in huis hebt!

goed, na dat festijn hebben we de schelde opgezocht. het plekje aan het water waar de herinneringen als damp opstijgen. als ik naar dat plekje ga, moet ik altijd even moeite doen om dat beklijvende gevoel van verleden/voorbij van me af te schudden. maar juist die band lokt me altijd weer naar dezelfde koude stenen aan de rand van't water. ik hou van het uitzicht, de wolken, de weerspiegeling van de lucht in scheldegolven, de weerspiegeling van mijn gedachten in de melancholische kleuren van een avondlijke/nachtelijke hemel. het was goed. en het gezelschap ook.

vrijdag 16 februari 2007

gelinkt

  • parlandoooooh! ("meer sprekend dan zingend is het poëzielandschap. parlando wil een overzicht geven van alles wat leeft in literair vlaanderen.") heeft me gelinkt als vlaamse dichteres. ik vermoed dat ik die eer aan kaatje heb te danken.
  • zondag, overmorgen dus, treed ik nog eens op. dat in café rood-wit, per podium mobile, in de generaal drubbelstraat 42 (2600 berchem).
  • annastesia komt me bijstaan, vuur komt me een vlammend hart onder de riem steken en rik gaat me troosten als ik weer te kampen krijg met black-outs. maar bovenal wordt het erg leuk. dus u bent welkom.

alleen maar de realiteit

ik voel me gevaarlijk. er schuilt gevaar in mij. voor mezelf is er geen schuilplaats. anderen kruipen in donkere plekjes, zoekend naar mijn warmte. ze blijven er zitten, in elkaar gedoken, ze groeien in mij vast, als schimmel op keldermuren. al wat ik kan doen is woorden aan elkaar plakken, ze dwingen bij elkaar te gaan staan, zonder dat er voorheen ook maar een enkele connectie tussen hen was. ze hadden zelfs niet gedacht dat ze in deze volgorde bij elkaar gesmeten zouden worden. onwennig staan ze daar, aarzelend naar elkaar te kijken, ongemakkelijk hun plek te verkennen tot aan de wanden van hun spaties. ze vragen zich af wat hun bestaan betekent. ik zal het u vertellen, hun bestaan betekent niets. ik denk niet dat het leven enig nut in zich draagt. elk woord dat ik produceer, is ooit al eens gebruikt en het meeste van de tijd hebben ze ook al eens dezelfde buur gehad als degene die ik hen toewees. elk gevoel dat in mij huist, huist ook in een ander en huist al eeuwen in dat wat de mens is. waarom er nog aandacht aan schenken? niets is nieuw. vertrouwen dat wordt gegeven. oeroud, afgezaagd, in herhaling gevallen. afgebeten, herkauwd, verloren, gevonden, dan hysterisch verzonken in de vicieuze cirkel van dat wat het leven zou moeten voorstellen. angst, altijd opnieuw. geen enkele huivering die nog niet ooit over iemands rug is gegleden. geen enkele koude voortgekomen uit breken van schrik die nog niet iemand bibberend heeft achtergelaten. verbondenheid. tweedehands, derdehands. nog erger. van in het prilste begin euforie om een geschenk dat overweldigt, vernieuwt, verbijstert door geluk waarvan ge niet had verwacht dat het u ten deel zou vallen. maar verbondenheid raakt altijd de weg kwijt. verbondenheid is een vrouw die overal verdwaalt. een geografische kaart nodig heeft, een houvast, een hulpmiddel. verbondenheid kan het niet alleen. maar ze moet het alleen. ziek van verbijstering door ongeluk. stikkend in de woestijn van nutteloosheid. verdwijnend. weg.

zo komen aan alle goeie dingen een eind, stoppen alle mooie liedjes met een laatste noot. een laatste. daarom zing ik graag. omdat ik wel van eindes houd. eindes zijn zo groot, groter dan een begin. een einde is altijd dramatisch en ik leef van drama, hoewel ik het graag anders had gehad. als ik had kunnen kiezen, had ik iemand anders geweest. iemand die niet uit zwerven bestond. want ik ben een zwerfster, ongewild. gedwongen. gedwongen door mezelf, maar nog meer door het leven dat ik leef. het leven dat mij leidt. ik had iemand anders geweest, iemand die niet de brokken geluk bij elkaar blijft rapen om ze vervolgens te laten vallen wanneer ze struikelt over de onmogelijkheid van haar geluk. ik had iemand anders geweest, iemand die niet de porties eenzaamheid opspaart tot de confituurpotten barsten van zoete tranen en ik moet zwemmen om het zinkende schip te verlaten. ik had iemand anders geweest, iemand die zich niet altijd opnieuw gaat afvragen wat ze nu eigenlijk waard is omdat de waarde die ze denkt te hebben, verpletterd wordt door de realiteit. alleen maar de realiteit.

overdonderd

ik heb het gevoel dat de hemel op de wolken is gevallen. niet plots, abrupt of zonder waarschuwing. nee, tergend langzaam als een glas dat uit uw handen glipt en er in uw tijdsbeleving die door paniek wordt uitgerokken een eeuwigheid over doet om te breken op de grond. zo.

gisteren was ik ziek. dat lag aan de hoeveelheid wijn die ik tot mij had genomen de avond daarvoor, op de finale van de antwerpse poetry slam. ik heb een naakte antistresspoweet zien passeren en ik was niet overtuigd van de blote performance (ik kreeg een glaasje wijn in mijn handen gestopt). zijn tekst was best te pruimen (titel: de naakte waarheid) maar de provocatie droop eraf. en ik hou niet zo van provoceren. ik zag een mooie maarten inghels die ook een mooie stem had (nog een glaasje wijn), ik zag onze frans (die naar mijn mening de betere poëzieteksten had, samen met maarten.) ik was overdonderd (nogmaals) door schone guy (nog een glas wijn) en ik heb de vele valentijnswensen geïncasseerd (nog een glas wijn) van de lieverds die me een hele avond omringd/op de been gehouden hebben.

en zo is het weeral vrijdag, zit ik al drie weken op stage, heb ik een redactievergadering achter de rug waarin mijn ideeën met veel enthousiasme ontvangen werden, heb ik nu héél veel werk, ga ik mij binnen een uurtje inschrijven voor de toelatingsproeven voor woordkunst en gieren de zenuwen nu al door mijn lijf als ik nog maar dénk aan die proeven. er waren twee dingen die me de laatste tijd uit mijn slaap hielden, nu zijn er alleen nog de proeven. misschien maar goed.

dinsdag 13 februari 2007

boven het gemiddelde

'assault on magnus' in mijn oren. "vertel me wat ge gaat doen." fluistert tom barman mijn hoofd binnen. mijn ogen voelen de woorden vorm krijgen. mijn toneeltekst naast mij. "de duivelin houdt haar goddelijke lippen roerloos op mekaar." schrijft bob in het stuk dat mijn podiummaatje en ik binnenkort spelen. ik krijg de pagina's maar niet in mijn hoofd, dat zinnetje gaat echter een eigen leven leiden.

ge kent het gevoel wel dat er verschillende personen van uzelf bestaan. bij de ene is de ene 'ik' duidelijk gescheiden van de andere 'ik' en kan de persoon in kwestie er zeer goed mee leven. bij mij lopen die verschillende 'ikken' bijna naadloos in elkaar over. naar de verduidelijking van al mijn 'ikken' kunt ge fluiten, maar vandaag heeft de duivelin een voetje tussen de deur gestoken. althans, ik had ze gaarne verwelkomd. nu is het zo dat ik pretendeer graag een duivelin te kunnen zijn, maar in real life blijft het meestal bij gekwetst en geblokkeerd in een hoekje mijn wonden te likken. dat alles heeft ook te maken met het cultiveren van zelfmedelijden en de schuld op een ander proberen te steken. terwijl de schuldvraag volledig buiten het onderwerp staat. meer dan volledig. ik werk me graag lekker in de nesten, dat had ik al eens onder uw neus gewreven en ook ben ik een gediplomeerde 'hoe ga ik elegant-op-mijn-bakkes-diva'. een rondje grove woorden werkt verlossend, oef. wat een geluk dat mijn relativeringsvermogen het op de beurs de laatste tijd erg goed heeft gedaan. ik kan wel tegen een stootje. als ik maar niet gevoelloos word. het is publiek geheim dat goed draaiende bedrijven vroeg of laat met voorbedachte rade gekelderd worden.

maar goed, de duivelin laat me dus in de steek. de dame waar ik normaal gratuit beroep op kan doen, lachte in haar vuistje en smaalde: "gij met uw engelenhart, deze keer ga ik u niet uit uw bodemloze put van zelfkastijding halen. trekt uw plan." en ze draaide haar naakte rug naar me toe, minachtend. ik zag nog net geen tekstballonnetje met "hopeloos" boven haar welgevormde hoofd verschijnen voor ze verijlde naar haar woeste minnaar.

nu ben ik er echt mee aan het lachen. ik kan nog uren voortzeveren en me verbergen achter schone woorden die helaas nogal wat rotzooi meebrengen. ook al wilden ze dat niet. het was zelfs goed bedoeld. het is alleen even slikken. om keihard met uw neus op de feiten gedrukt te worden. feiten waar ge natuurlijk al lang van op de hoogte zijt. ik mag mezelf wel enige intelligentie toedichten. dus wees niet bang. maar mag ik me nu even afzonderen?

maandag 12 februari 2007

ongeval

het heeft hier lekker stil gelegen. soms slaat een mens aan het twijfelen. soms begint een mens aan alles te twijfelen en is het even niet mogelijk om tussen de bomen het bos te zien. of is het omgekeerd? soms denk ik mezelf niet te zijn. of is het omgekeerd?

zoals er uiteraard altijd meer vragen dan antwoorden zijn.

ik vraag me af of bloggen wel ethisch verantwoord is. ik betwijfel dat. nogal. maar me dat afvragen neemt niet weg dat schrijven op het verdomde net een uitlaatklep is/was/is geweest/misschien zal zijn, en wel omdat ik publiekelijk kan oefenen (en daarbij flink op mijn bakkes kan gaan, waar ik overigens ook erg goed in ben, volgens bepaalde bronnen). ik vind dat allemaal niet zo erg. op mijn bakkes gaan, bedoel ik dan. als ik er maar genoeg positief tegengewicht voor in de plaats krijg. en ook dat is nog allemaal dik in orde.

alleen in mijn hoofd en in mijn lijf is het soms niet helemaal in orde. ik hou van het woord soms, omdat het zo'n tijdelijkheid in zich draagt waar ge helemaal zelf voor kunt kiezen. soms staat niet onder dwang, leidt een eigen leven, is vriendelijk. als ik vandaag kies voor soms, weet gij niet welke interpretatie ik meegaf aan die vier onbenullige letters. is soms nu? was het gisteren? is het morgen, was het straks of is het direct?
het is van mij.

ik voel me raar. bizar in mijn vel. onaangename kriebels onder mijn huidoppervlak. mijn bloed jeukt. mijn slaap wandelt verbeten door hersengangen vol neonlicht. als ik eerlijk ben, chaoot ik al een kleine drie jaar op deze manier van het ene goeie moment naar het andere. maar zo gezond als een vis, dat ben ik. meestal voelde ik me er niet eens al te slecht bij (ook een fabeltje, geloof maar niets van wat ik zeg), maar dat was toen, toen ik nog de tijd had om heerlijk weg te zinken in het niets. een mens zonder verplichtingen, met heel veel woorden in haar hoofd en onstuimige emoties in de rest van haar lijf waar ze in kon gaan modderen. dabben, dat is de juiste omschrijving. mmm ja, dabben. te veel tijd, en maar denken. een molen die niet stopt. een computer die blijft draaien en zzzzzoemen.

kijk, ik ben absoluut niet persoonlijk aan het worden. ik probeer gewoon een levensmechanisme te schetsen. dat is al. herkent u zich? dan heb ik goed werk geleverd. herkent u mij? logisch, niet waar? elke kunstenaar vervlecht zijn eigenheid in zijn creaties. wat is kunst anders? vertel me dat maar eens.

wat ik eigenlijk wilde zeggen is dat ik gisteren mijn woonplaats/slaapplaats volledig heringericht heb. bevangen door een opruim-woede die voortkwam uit lichtelijke hysterie die ik probeerde te onderdrukken omdat ik toch maar vooral volwassen en nuchter denkend wilde overkomen, vulde ik drie vuilniszakken met oude herinneringen en zette ze aan de deur. auw. radicaal. met dank aan kleine fee die me een ferme schop onder mijn kont gaf en enkele dagen terug bijzonder duidelijk tegen me was. "jantje groet 's morgens de dingen." zei ze. "maar in uw wereld is het: jantje gaat 's morgens kapot aan de dingen!" u op een dienblad aangeboden, de levenswijze die ik overboord wil kappen. en wel radicaal. niet dat ik zo ongelukkig ben, laat u niet beetnemen. maar dat denken, dat wroeten, dat piekeren, dat stamelend dromen, hakkelend beetgenomen worden (door uzelf) heeft me al meermaals de das omgedaan.

dus ordende ik mijn woonplaats/slaapplaats en maakte zo een begin aan de totale herstructurering van mijn geestelijke wanorde. totaal is een politiek woord. onbereikbaar. maar van niet proberen stikt ge. en zie, ik voelde me gelijk pakken beter. u moet er ook maar eens over denken.

als afsluiter wil ik aan diegenen die nog altijd aan het lezen zijn (als u nog altijd aan het lezen bent, schrijf ik verdomd goed), meegeven dat er vanaf vanavond een papier boven mijn bed hangt waar op geschreven staat: alles kan. iemand die ik zo gaarne zie (man, u bent geweldig!) wist me weer eens op te beuren vanavond en me ervan te doordringen dat mijn leven eigenlijk helemaal niet zo slecht is. eigenlijk is het verbazingwekkend goed. verbazingwekkend. ik ben alleen zo kritisch. zo kritisch, u zou het niet geloven. en zo eerlijk. te eerlijk. en dat gelooft u waarschijnlijk wel.

zondag 4 februari 2007

spannend

het was even smelten na de geweldige reacties op mijn "deuk in mijn zelfvertrouwen"-bericht. de deuk werd snel een kleine bluts en de ideeën beginnen zich weer op te stapelen. reden te meer om in te gaan op enkele verzoeken.

zondag 18 februari: kleine keizerin op per podium mobile in café roodwit te berchem

euh, 10 maart: kleine keizerin op spinyopaat come aspire in de meetingpoint op de groenplaats!

(en nu oefenen/oefenen/oefenen)

er bovenop

hoe ik wankel op de traptrede, de bal van mijn voet balancerend op enkele centimeters vastigheid. daarachter, lucht.
hoe ik mijn lichaam naar voor buig, om niet te vallen en hoe paniek mijn ogen een paar seconden wijder maakt, tot ik terug evenwicht vind.
hoe ik uit mijn raam een sigaretje rook, hoewel dat eigenlijk niet mag.
hoe ik twee meisjes door de donkere straat zie lopen. ze dragen allebei een witte jas en zingen een liedje. hun stemmen doorbreken de stilte van een avondrumoerige straat in de stad.
hoe ik vermoeid mijn gedachten laat dremmelen in mijn hoofd na een spontane avond vol lachen en hevig dansen en flessen wijn.
hoe vriendschap toch weer een nieuwe betekenis krijgt, bovenop de vele anderen.
hoe mensen en momenten complementair kunnen zijn.
hoe vervreemd ik mij voel na een middag bij zieke grootvader en lijdende grootmoeder. hoe die wereld niet de mijne is en ik zoek naar verbintenissen maar ze niet wil vinden omdat ik dan moet toelaten dat ik uit hun wereld ben voortgekomen.
hoe ik weet dat ge niet uit een wereld kunt stappen.
hoe ik besef dat ze alleen maar op elkaar gestapeld kunnen worden en ge steeds dieper moet reiken om uzelf te zien.
hoe bang ik ben voor de traagheid van de tijd die sneller is gaan lopen.
buiten adem.
vluchtend.
hoe ik naar u verlang.
hoe ongemakkelijk ik mij voel, een lichaam dat niet weet hoe het zich moet buigen, wanneer ik denk dat ik ga vergeten hoe gij eruit ziet.
hoe ik dan een glas wijn drink, slik en zweet van wachten.

donderdag 1 februari 2007

belangrijk

en voor ik het vergeet, vanaf nu kunt u hier alle stageverhalen terugvinden. met tien man houden wij, plantijnmensen, een blogje bij (ja, het is verplicht. nee, ik doe dit niet voor de lol) over het wel en wee op onze desbetreffende stageplaatsen.
ook lieve daisy doet hier haar verhaal. allen daarheen, en reageren, komaan! doe onze plantijnse stagebegeleidster eens schrikken!

dit gezegd zijnde

ik kap er mee. met schrijven. een week of twee. denk ik. dan zien we wel.

de woorden zijn er niet meer. het optreden op de poetry slam was echt heel leuk. het was niet alleen een ontzettend fijne avond (en
vuurmeisje, uw gezelschap maakte het nog specialer). ik heb er ook een aantal dingen opgestoken en de feedback die ik van kaatje kreeg achteraf, heeft me serieus aan het nadenken gezet. te veel zelfs.

"Zaten we aan onze laatste kandidate, Nathalie. Nathalie die nog nooit eigen
werk had voorgedragen waardoor sommigen van de jury dachten dat Nathalie geen podiumervaring had. Mooi niet dus en dat was er aan te zien. Nathalie kon
performen, Nathalie straalde uit, Nathalie stond er gewoon, Nathalie wist dat
zij er stond. Alleen waren de teksten van Nathalie nog niet je dat, te veel
cliché, niks vernieuwend qua beeld (ook niet toen ik het later op internet
terugvond), nog te veel dwangrijm en dat kostte punten."

mijn teksten zijn dus cliché, niets vernieuwend qua beeld en ik gebruik veel te dwangrijm. ook is er nog gezegd dat ik nog niet 'rijp' ben, hoewel ik het in me heb. ik zeg volmondig ja op dat laatste. natuurlijk moet ik nog groeien.
niets vernieuwend qua beeld - daar kan ik nog goed inkomen. maar dat ik erg clichématig werk en dat ik te veel dwangrijm gebruik, daar heb ik het erg moeilijk mee.

voor ik verderga wil ik dit zeggen: de teksten die ik de laatste maanden heb geschreven, zijn vooral een tegenreactie geweest op mijn te abstracte manier van schrijven die ik vroeger hanteerde. en aangezien ik nu eenmaal een persoontje van extremen ben, draaide ik 180° en probeerde simpele zinnen uit, knallende directheid, rechtlijnige emoties, zwart-wit op papier. het zinde me wel. ik vond het ook niet zo slecht klinken. eerlijk gezegd.
ook zag ik mijn teksten als liedjes. ik heb ze als gedichten gebruikt, maar de vorm van een lied is nog altijd anders. ik heb mezelf vooral gewoon in de nesten gewerkt.

wat die dwangrijm betreft... wat is dwangrijm? soms heb ik inderdaad een net iets te voor de hand liggend rijmwoord gebruikt, maar wat met bijvoorbeeld willem wilmink? die doet niets anders dan simpele rijmen gebruiken die heerlijk klinken. klinken de mijne dan zo fout? wat met
mira? zij gebruikt ook heel dikwijls erg voor de hand liggende rijmwoorden, en ik vind haar schitterend. u niet? wat met jackobond? ook riet muylaert gebruikt zo'n rijm. ligt het verschil dan enkel in het woord dwang? gebruik ik dwang-rijm?

als het de waarheid is, dan ben ik inderdaad nog erg on-rijp. het zij zo. maar het heeft me wel een flinke deuk in mijn zelfvertrouwen bezorgd. ik durf niet meer aan een gedicht te beginnen. dus binnen een paar weken zien we wel weer verder.

ik ben door enkele mensen gevraagd om in maart nog eens op te treden. als ik dan wat nieuw materiaal heb, mag u altijd eens komen loeren. en uw mening vellen.

pisnijdig

de tijd gaat veel te snel. veel te snel. vorige week zondag stond ik nog op de laatste voorronde van de antwerpse poetry slam (een heel degelijk verslag vindt ge hier - en ja, 't is vind plus t. het is geschreven door kaatje wharton, een geweldige dame!), en nu zit ik al vier hele dagen op de redactie van goed gevoel te zwoegen en te zweten. van negen tot vijf, elke dag. zo. weet u wel.

het is een moeilijke week geweest. meer hoeft u niet te weten. en het wordt nog moeilijker, aangezien mijn hogeschool het blijkbaar belachelijk vindt dat ik iemand kan missen en mij moreel verplicht in belgië te blijven de komende twee maanden..


ik hoop dat dat voor de meesten duidelijk genoeg is om te weten dat ik echt mijn eigen teennagels kan beginnen opeten/of mijn haar kan afscheren, in een plotse opwelling/mijn lichaam kan laten voltattoeëren, om te verzuipen in naaldenpijn/in de schelde kan springen en proberen naar de overkant te zwemmen.

in werkelijkheid gooi ik echter alleen met kussens, met pennen en papier. en als het echt niet meer gaat, met borden. ook snauw ik iedereen af, vervloek de hond die voor mijn voeten loopt, verpest een stuk over waarom mensen met rood haar minder pijngevoelig zijn, stuur een kwade mail naar mijn hogeschool en word daarna bang dat dat mij dat punten kost.
daar bovenop vraag ik me af wat er gebeurt als ik gewoon het vliegtuig neem. morgen ofzo.
ik vraag me af hoe mijn dagen er binnen twee maanden gaan uitzien. ik vraag me af of ik mezelf moet beschermen tegen waanzin. ik vraag me af of de moed me in de schoenen is gezonken of dat er ergens nog iets positiefs te vinden valt.

leuk hoor, zo'n dag. heel leuk.