woensdag 16 augustus 2006

ik daag je uit

ondoordringbaar – het is een gloed die me kan omgeven. plots.

zonder enige reden, zonder een enkele aanwijsbare oorzaak kan ik soms geheel ondoordringbaar zijn. het overvalt me, op klaarlichte dag, in de duistere nacht. geen persoon komt nog tot bij mijn ik.

het zijn heerlijke, zorgeloze momenten. momenten dat er een vreemdsoortige stof geniepig in mijn bloed kruipt. mijn ogen glinsteren, mijn lippen buigen zich omhoog in een constante glimlach – ik daag de wereld uit. ik daag jou uit. want weet je, ik ben onkwetsbaar.

praat met me. probeer maar. je komt er niet langs. je glipt er niet doorheen. je glijdt van me af. schuimende zeep van een warm vochtig lichaam.

ik praat, ik lach, ik vraag je het mooie hemd van je lijf. ik ontfutsel al je geheimen – zelf los ik niets. ik ben nog altijd mezelf – maar, liefste – ondoordringbaar.

1 opmerking:

Anoniem zei

Hoe groot de macht als je beseft hoe ondoordringbaar je jezelf kan voelen!
Nog grootser het gevoel om je eigen ik zo af te schermen!
Heerlijk, zalig, wonderbaarlijk ijl...
Maar oh, hoe dieper de eenzaamheid wanneer je zelf tot de ik van die ander wil doordringen en je afgewezen wordt.
Wat is voelen dan?
Wat is zalig dan?
Wat is genieten dan?
Mag het lijden zijn?