"why can't i sleep with my eyes open?" ik zit op de bus richting stadscentrum. rufus wainwright zingt luidkeels in mijn oren. de muziek staat zo luid dat het bijna pijn doet aan mijn trommelvliezen, maar niets kan me deren. ik sta op het punt het refrein mee in te zetten wanneer ik vanuit mijn ooghoeken merk dat een oude man me een beetje vreemd zit aan te staren. ik slik mijn woorden in, mijn opborrelende lach ook en kijk dan maar grijnzend naar buiten. "why can't i sleep with my eyes open?"
ja, waarom niet? waarom moet ik überhaupt die nood aan slapen hebben? ik wil klaarwakker zijn, vierentwintig op vierentwintig uur. als je goed in je vel zit, komen woorden moeilijker. ik kan dat als perfect excuus gebruiken voor het geringe aantal verschenen blogposts van de afgelopen dagen. het is immers een waarheid die veel schrijvers naar voor brengen: in tijden van ongeluk graaf je diep in emoties, delf je bloedmooie woorden op uit duistere grotten vol glassplinters (voel het ongemak, de pijn, het verdriet). in tijden van vreugde slorpt het lijfelijke ervaren het esthetische woordgebruik op. de energie gaat naar het ten volle beleven van het geluk.
toch zijn niet alle schrijvers het hier mee eens. er zijn er zelfs die zo ver gaan dat ze pretentieus uitroepen: "een echte schrijver brengt ten allen tijde woordkunst voort." bullshit. tom barman zegt het zo: "de enige artiest die altijd op zijn best is, is de middelmatige." ik geef hem volmondig gelijk.
ondertussen heeft de buschauffeur zijn gsm opgenomen. hij lacht mooi, de jongeman. stiekem bestudeer ik hem en ik zie hoe hij verdiept is in het gesprek, hoewel zijn ogen geconcentreerd de weg in het oog houden. hij heeft zwart haar, een bruine huid, een leuke lach. een italiaan misschien? of een marokkaan? ik kan mensen van een andere origine niet zo goed uit elkaar houden. ik vind dat ook niet zo nodig. schone mensen/mensen met een uitstraling trekken altijd mijn aandacht. maar goed, ik dwaal af. zo zie je maar, als ik me lekker voel, begin ik nogal snel te lullen. (brigitte kaandorp is daar ook erg goed in. onwaarschijnlijk goed zelfs.) gedachten volgen elkaar vliegensvlug op, terwijl ik de wereld rondom me heel scherp zie, heel intens ervaar. juist omdat al het geluk in mijn lijf met grote handen graait naar meer. méér.
wat ik eigenlijk wilde zeggen, is dat mijn hoofd vol zit met verhalen. grote verhalen. kleine verhalen. het is één filmische chaos in mijn hoofd. heel veel beelden wriemelen kronkelend door elkaar, om voorrang strijdend. die beelden bevatten alle minuscule details die de wereld maken. ik droom mensen. ik droom hele boeken. het probleem is dat ik me te druk voel om te gaan zitten en de woorden te ordenen tot een samenhangend geheel. ik huppel, dwarrel als een vrolijk boomblad door de koude lucht, dans aan de bushalte (als het nog/al donker is en er niet te veel mensen over straat lopen) met rufus wainwright of ellen allien in mijn oren, afhankelijk van mijn stemming. want ik lach sowieso stralend deze dagen. maar de ene keer is mijn lach uitgelaten - ik leef/ik hou van u, van u en ook van u - en de andere keer is mijn lach zacht, stil genietend, voldaan zuchtend.
zo blij ben ik niet dat hij vertrekt. wel ben ik blij dat ik hem heb leren kennen. een persoon die mij vollediger heeft gemaakt/maakt.
en ik ben blij. omdat ik haar heb. en haar. want zij en zij zijn mijn geluk op deze aarde. meer dan ooit ben ik me bewust van mijn persoonlijke betekenis van vriendschap. en zij en zij zijn de verpersoonlijkingen van die waarheid die de mijne geworden is.
het is maar dat ge het weet.
en met deze werp ik alle 633 woorden in uw welgevormde schoot.