ahum
goed, ik beken. mijn woorden verdwijnen als ik de uwe lees. mijn geest waait leeg als uw storm mij hoog in de lucht zwiert en dan neerkwakt. het spinsel van taal dat ik het mijne noem, verliest zijn glans, moddert en rot en zwart en grijnst naar de wolken vol bliksem die nog naknetteren van het vuur dat was.
ik beken. dat ik nietig ben. vol ongeduld en onrijpe wijsheid. mijn ogen knipperen niet meer als ik leeg in de verte staar, twijfelend tussen wel en niet. want in keuzes maken ben ik nooit goed geweest. liever eet ik van twee walletjes, net als gij. dat kan ik u dus niet kwalijk nemen, aangezien ik hetzelfde zou doen. denk ik. maar zeker ben ik daar niet van. omdat ik van niets zeker kan zijn. ik ben een wankelaar. een zigzaggende alleseter.
ik hou er niet van vragende partij te zijn. het maakt me nog kwetsbaarder dan ik al ben. uitgerekend gij zou dat moeten weten. maar ook dat is zever, want zelf misluk ik altijd in het doorgronden van anderen. waarom zou ik mogen verlangen dat gij mij doorgrondt? het is het onmogelijke vragen en wij weten beiden dat het onmogelijke niet bindend is.
dat vergeten mensen dikwijls. onvermogen en onmogelijkheid zijn inherent aan de lengte van onze dagen. als ons bestaan perfect was, zou er geen sprake zijn van een aarde, een vagevuur, een hel of een hemel. maar juist dat onmogelijke is de zwakheid van ons vlees, de barrière van onze geest. meer proberen dan waartoe ge in staat zijt, is schoon, maar dusdanig niet bindend.
ik wil zo gaarne rust creëren in de getormenteerde wirwar van de onzekerheid in mijn hoofd. niet dat gij er zoveel mee te maken hebt. plaats uzelf niet op een te hoog voetstuk. ge zou pijnlijk kunnen vallen. en ik blijf te lief om u dat aan te doen. helaas. maar ik zou de kalmte graag als een warm kersenpittenkussen aan mijn voeten leggen. zodat ik ’s nachts de weldadige hitte door mijn lijf kan voelen trekken en ’s morgens helder op kan staan. het is voor u een kleine moeite om dat kersenpitkussen te vullen. ge hebt er echter precies geen zin in. daar word ik slapeloos van. en erg humeurig.
1 opmerking:
Hoe durf je zoveel woorden te laten verdwijnen! Dat niemand opgewarmd raakt van mijn handjevol, is nu wel duidelijk.
Maar wat heerlijk, al die kleine haakjes. Dat maakt je inderdaad wel kwetsbaar.
Val jij stuk van de eerste keer?
Een reactie posten