god is een goeie jongen
"de mens is een organisme." zeg je. "een chemische toevalligheid van de natuur. een chemische toevalligheid die moet overleven – en zich dus voortplant."
ik kijk raar op. "hoe bedoel je?" vraag ik. "de mens is een organisme dat moet overleven?" die eerste woorden van jou zijn in strijd met het hele denkwezen dat ik me heb eigen gemaakt – en dat ik van thuis heb meegekregen.
"en zingeving?" ik hou mijn hoofd een tikje schuin en wacht op een antwoord. dit vind ik leuk. filosofische gesprekken die de potentialiteit in zich dragen om onbegrijpelijke wartaal mét een boodschap te worden.
"zingeving is een hulpmiddel van het organisme om te overleven. het is perfect wetenschappelijk verklaarbaar. zingeving is een chemische reactie die ontstaat in de cellen van het organisme. de mens moet overleven, maar heeft twee soorten behoeftes: de lichamelijke en de geestelijke. de lichamelijke behoeftes worden vervuld door (lekker) eten, de geestelijke behoeftes door het geloof in liefde, een religie, een levensdoel. zingeving heet niet voor niets zin-geving. de mens, het organisme, geeft zelf zin. het wordt niet voor hem gedaan. het is een overlevingsmechanisme."
ik denk na. mijn brein is verwoed naar tegenargumenten aan het zoeken. ik noem mijzelf niet bepaald religieus. op mijn etiketje staat ‘christen’ omdat ik toevallig (of niet zo toevallig?) geboren ben in een katholiek gezin waar de traditie van doopsel en vormsel is gevolgd. maar voor mij zijn alle religies even goed. toch voel ik diep vanbinnen dat er een grotere kracht is. een intens licht (figuurlijk op te vatten) waarin leven ‘een moederschoot’ heeft.
de uitleg die deze jongeman geeft, klinkt echter te plausibel om te weerleggen. uiteindelijk is mijn gevoel vaag en ongrijpbaar. ik kan het niet halen tegen zijn simpele, toch briljante logica. "hoe vul jij je overlevingsmechanisme dan in?" probeer ik te achterhalen. ik moet toegeven dat ik geïntrigeerd ben door deze jongeman.
hij moet nadenken over mijn vraag. "ik heb geluk dat alles geworden is zoals het is." zegt hij na een stilte. "het leven is zalig, complex en toevallig. het leven is kijken naar alles en alles nooit helemaal begrijpen. het denkgenot is een belangrijke factor van het mechanisme. genieten een andere. vergeet nooit te genieten. als je stopt met genieten van het toevallige leven, hou je op te bestaan. je kwijnt weg want je geestelijke behoefte wordt niet voldaan. het is allemaal een mooie puzzel, perfect passend. god," besluit hij, "is een goeie jongen."
verbijsterd blijf ik achter. beweren dat zingeving een chemische reactie is, noodzakelijk om te overleven. en met overtuiging zeggen dat god een goeie jongen is.
misschien weet hij niet half hoeveel waarheid er zijn woorden schuilt.
7 opmerkingen:
't Is dan ook waar wat hij zegt. Elementaire filosofie gebaseerd op wetenschappelijke feiten. Of zoiets. =) Meer mensen zouden zo moeten denken.
(en toen? wat gebeurde er toén?)
Voor mij zijn alle religies even slecht.
Dag Keizerin: Een mooi slot vooral, denk er over en kom dan weer terug. Groet, Marius
@ yab: ik vraag me af of het niet gevaarlijk/kortzichtig is om te zeggen dat alle religies even slecht zijn.
je kan zelf overtuigd atheïst zijn, maar dat is nog geen reden om het het geloof van anderen te veroordelen door het simpelweg 'slecht' te vinden. ook al heb je misschien gegronde redenen om religie aan de kant te schuiven, het positieve van geloven (dan spreek ik over een bepaalde bevolkingsgroep) mag en kan je niet over het hoofd zien.
religie is wat mensen samenbrengt, een gemeenschappelijkheid van denken, het commercialisme van vroeger, voor de ene een uitvlucht voor de ander een doel. Het brengt mensen onder elkaar en verenigt ze, aan de andere kant maakt het de mensen zwak en onwetend omdat iemand die de beloften van een religie volgt niet in staat is om zijn eigen weg te vinden want aangezien de verscheidenheid onder het menselijk ras groot is kan je niet verwachten dat dezelfde regels normen of waarden voor iedere persoon even ontwikkelend zijn. zoals ik daarnet al schreef religie is het commercialisme van vroeger, doe je er niet aan mee dan hoor je er ook niet bij. meestal is een religie een toevluchtsoord in moeilijke tijden om toch steun te vinden waar niemand ze kan geven, een illusie om zich beter te voelen.
Een geloof is goed omdat het mensen gelukkiger maakt die er niet tegen kunnen om te twijfelen. De ethiek die er bij komt kijken maakt mensen vaak guller, altruïstischer denk ik.
Bekeerde twijfelaars worden helaas vaak fanatici.. Dit soort fanatici kunnen slecht tegen mensen die anders denken, omdat dit henzelf weer zou kunnen doen twijfelen (dus minachten ze die anderen, of proberen ze te bekeren).
Een reactie posten